Indicatiestelling

Meer informatie over indicatiestelling, wat het is, de criteria, herindicatie, indicatieprocedure en meer. Kortom: alles wat u moet weten over de indicatiestelling, zo helpen we u verder in het leven.

Wat is een indicatiestelling?

Een indicatie is nodig om toegang te krijgen tot het speciaal onderwijs of tot een rugzak in het regulier onderwijs. Elk kind dat wordt aangemeld voor het speciaal onderwijs moet worden geïndiceerd. De indicatiestelling wordt uitgevoerd door onafhankelijke commissies. Deze Commissies van Indicatiestelling (CvI) zoals ze officieel heten, beoordelen aan de hand van onafhankelijke landelijke criteria of uw kind in aanmerking komt voor een rugzak en in welk cluster uw kind wordt geplaatst. Per Regionaal Expertise Centrum is er een Commissie voor Indicatiestelling.

In juli 2005 is een aantal criteria gewijzigd. De LCTI heeft, in samenwerking met de FvO en CG-Raad, een brochure voor ouders geschreven met de titel “Indicatiestelling en criteria voor het speciaal onderwijs of een rugzak”. De tekst kunt u hier downloaden. Ook kunt u de brochure bestellen tegen porti- en verzendkosten bij de webwinkel van de CG-Raad.

“Wij helpen u verder met de indicatistelling van uw kidneren.”

Meest gestelde vragen over indicatie

Herindicatie mogelijkheden

Een indicatie heeft een beperkte geldigheidsduur:

  • voor de meeste kinderen: 3 schooljaren;
  • voor dove en meervoudig gehandicapte kinderen: 4 schooljaren;
  • voor kinderen met het syndroom van Down: gehele schoolloopbaan;
  • voor kinderen uit een justiële jeugdinrichting: 1 schooljaar.

Ouders doen er verstandig aan om, als daartoe voldoende aanleiding is, tijdig voor het verstrijken van de indicatietermijn een herindicatie aan te vragen bij dezelfde Commissie voor Indicatiestelling (CvI) als voorheen. Ook moeten dezelfde gegevens worden aangeleverd, maar dat zal doorgaans gemakkelijker gaan dan de eerste keer omdat de school in de loop van de afgelopen jaren uw kind intensief heeft gevolgd.

Indicatiecriteria

Om in aanmerking te komen voor een plaats in het Speciaal Onderwijs (SO) of voor een Rugzak in het reguliere onderwijs, is een indicatie voor het SO vereist. De Commissie voor Indicatie (CvI) bepaalt welk kind een indicatie krijgt. Zij doen dat op grond van landelijke, vastgestelde criteria. Deze criteria zijn per cluster vastgesteld.

Hoofdcriteria

Kort gezegd kijkt de CvI naar de volgende drie zaken:

  • de aard van stoornis/handicap van het kind; en
  • de onderwijsbeperking die de stoornis als gevolg heeft; en
  • het niet toereikend zijn van de zorgstructuur van het reguliere onderwijs.

Deze drie hoofdcriteria zijn per cluster uitgewerkt. Bij kinderen met auditieve handicaps wordt bijvoorbeeld gekeken naar de gehoorbeperking in decibellen; bij kinderen die een verstandelijke handicap hebben wordt het IQ als maatstaf genomen. Bij kinderen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte is met name de leertijd die wordt verzuimd als gevolg van de handicap of ziekte van belang.

Voortgezet (speciaal) onderwijs voor leerlingen met een ESM-indicatie Er is veel verwarring over leerlingen met ernstige spraak-taalmoeilijkheden (ESM), die de overstap maken naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Houden zij nu wel of niet hun indicatie?

De indicatie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs in Nederland wordt gegeven voor een bepaalde schoolsoort. Er bestaat geen ESM-schoolsoort in het voortgezet speciaal onderwijs. Dit houdt voor ESM-leerlingen die doorstromen naar het voortgezet (speciaal) onderwijs in dat zij niet met hun ESM-indicatie door kunnen stromen, ook al is hun indicatie voor het ESM-onderwijs nog (enige jaren) geldig. Er moet een SH-indicatie worden aangevraagd.

In artikel 16, tweede en derde lid, van het Besluit Leerlinggebonden financiering zijn indicatiecriteria opgenomen voor VSO ESM-leerlingen. Deze leerlingen hoeven niet aan een gehoorstoornis te voldoen maar moeten voldoen aan een spraak- of taalstoornis niet toe te schrijven aan een beperkt niveau van cognitief functioneren of aan een stoornis uit het autisme spectrum stoornis.
Met andere woorden, de indicatiecriteria voor ESM-leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs zijn identiek. Het enige verschil is dat leerlingen in de basisschoolleeftijd een ESM-indicatie moeten aanvragen en kinderen in de leeftijd van het voortgezet onderwijs een SH-indicatie.

Indicatieprocedure
  • Als u uw kind in aanmerking wilt laten komen voor een Rugzak, dient u uw kind aan te melden bij de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) in uw regio. Deze commissies zijn ondergebracht bij de Regionale Expertisecentra (REC). Op de site van de Landelijke Commissie Toezicht Indicatiestelling (LCTI) www.lcti.nl vindt u de adressen van de CvI’s.
    Er wordt van u verwacht dat u zelf de gegevens aanlevert die nodig zijn voor indicatie, zoals een medisch rapport en, als uw kind al op school zit, een onderwijskundig rapport. Ook moet u een onderzoeksprotocol invullen. Hierbij kunt u hulp vragen aan het REC.
  • U ontvangt een bevestiging van de aanmelding. Het kan zijn dat de commissie verzoekt om toestemming om andere bestaande gegevens van uw kind te raadplegen. Vanaf het moment dat de aanmelding binnen is, treden de termijnen in werking waaraan de CvI zich moet houden. Deze zijn vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
  • De periode voordat het dossier compleet is, valt dus niet onder die termijnen. Als u vragen of klachten heeft over het traject van (aanmelding voor) indicatiestelling, kunt u op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9.30 uur tot 14.30 uur terecht bij het Meldpunt indicatiestelling LGF, op telefoonnummer 030-2916636. Dit Meldpunt is een initiatief van de WEC-Raad, FvO en CG-Raad.
  • De CvI legt alle onderzoeksgegevens bij elkaar en bepaalt of uw kind toelaatbaar (geïndiceerd) is tot een bepaald cluster.
  • De CvI bepaalt tevens welk type schoolsoort het beste geschikt is voor uw kind. U kunt met deze indicatie kiezen voor een plaats in het reguliere basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Als u kiest voor plaatsing in het reguliere onderwijs, dan krijgt uw kind een Rugzak, met daarin middelen voor extra begeleiding en voorzieningen.
  • Als een kind geen indicatie krijgt en daarmee dus niet in aanmerking komt voor een Rugzak, dan kunt u twee dingen doen: u neerleggen bij deze beslissing of bezwaar maken tegen de beslissing. Om bezwaar te maken stuurt u binnen zes weken een brief naar de CvI. De CvI is verplicht over uw bezwaar advies in te winnen bij de, door het cluster ingestelde, Bezwaar en Advies Commissie (BAC). Voor informatie over de BAC: www.wecraad.nl
  • Als u het niet eens bent met de reactie van de CvI op uw bezwaarschrift, kunt u in beroep gaan bij de rechter.